[:nl]Verhaaltjes maken
Thuis en ik laat mijn foto’s niet zien. Het voelt alsof mijn beeldmateriaal nooit goed genoeg kan zijn ten opzichte van de ervaring met Khun Ann. Haar verhaal, zoals zij en Vann dat hebben verteld achtervolgt me. Hoe in de vredesnaam kan ik dat vertellen met de foto’s die ik heb? En al het materiaal dat ik niet heb?
Uiteindelijk ga ik met een zwaar gemoed door mijn fotomateriaal. In Lightroom, een fotobewerking programma, komt elk beeld voorbij, werk ik het bij, zet het recht, laat de kleuren spreken. Het gemakkelijkst zijn de beelden uit de stad Phnom Penh, met Vann en zijn familie.
Terug naar waar ik ben begonnen: Mr. Vann, tuk tuk driver in Phnom Penh. Ik maak selecties van Vann, Sophea, Chulesa op school met Vann als centrale persoon.
Ik laat Sander afdrukken maken en die spreid ik uit op de vloer van mijn werkkamer. Dan zie ik een paar verhaaltjes liggen. Verzamel de foto’s ervan en maak een tweede selectie, het mogen er niet meer dan 10 zijn en vervolgens een derde selectie: niet meer dan 5.
Dan heb ik een serie kleine verhaaltjes die samen een geheel vormen: Vann, tuk tuk driver; Vann, de familieman; Vann, de business man; Vann de reisleider, maar wie is Vann eigenlijk?
Ik heb zoveel beelden van hem waar hij eigenlijk niet kijkt, waar hij in zichzelf gekeerd is, niet aanwezig is.
Na ook een aantal mensen te hebben betrokken, besluit ik tot een tweede serie foto’s in Cambodja. Foto’s van hem in de context van het Niet Zien, wel Ervaren. Kan ik Geest foto’s maken? Vann in een bomkrater? Durf ik dat?
Opnieuw naar Cambodja, november 2018
In de voorbereiding op deze trip ga ik oefenen met het maken van Geest foto’s, lange sluitertijden inzetten om doorzichtige mensen te creëren. Ik heb me verdiept in de rol van de U.S.A., president Nixon vooral en het bombardement programma Menu dat ze hebben uitgevoerd in de grensstreek.
Met Vann een korte toer naar dat gebied maken, wat kom ik daar tegen? En ik wil opnieuw foto’s maken van Vann en het erf in Bosthlan Village. Ik stel me voor hoe het is om hem te vragen in een bomkrater af te dalen. Durf ik dat te vragen? Gaat hij dat met mij aan?
Opnieuw gaan Vann en ik op reis in Cambodja. We reizen naar Kompong Cham en van daaruit naar de grens met Vietnam. Ik praat erover met Vann. Na de laatste keer lijkt hij iets toegankelijker en denkt mee over wat te zien, wie te ontmoeten.
In Kompong Cham maken we een rondje over het eiland in de Mekong. Hij wil me de tempel laten zien en hoe de boeren hier leven.
Aan de vooravond van het Waterfeest bezoeken we de tempel en de monniken.
Wat is waar gebeurd?
Ik wil Memet aan de grens met Vietnam bezoeken. De kleine stad die in het Menu programma bij een bombardement volledig is weggevaagd. Onderweg ernaartoe wil Vann me een tempel laten zien die ook gediend heeft als Killing Field en waar zijn schoonvader in de Khmer Rouge tijd gestaan heeft om te worden vermoord. Hij kon vluchten.
En ook wil hij me het dorp laten zien waar zijn vrouw Sophea vandaan komt.
De tempel ligt er verlaten bij, er zijn wat kinderen die op het terrein spelen en ik maak foto’s van hen. Een plaatje van de tempel is toch altijd maar weer en plaatje van een tempel. Vann is nieuwsgierig en als er een vrouw de tempel wil betreden, raken ze met elkaar in gesprek. Ik versta het natuurlijk niet, maar in gebaar en uitdrukking, is het een gesprek dat ertoe doet. Daar maak ik foto’s van.
Een gesprek over de Killing Fields. De vrouw vertelt over haar ervaring. Hoe zij tot drie keer toe kon ontkomen. Ze denkt nog steeds dat ze daarbij hulp van iemand heeft gehad.
Het dorp waar Sophea, Vann’s vrouw, is opgegroeid ligt op zo’n 100 km van de grens met Vietnam. Vann laat me kennismaken met de drie tantes, de jongere zussen van zijn schoonmoeder. Ik maak portretten van de dames. Ze zijn verlegen maar werken graag mee. Ze roepen bij mij het gevoel op van: Alles te hebben meegemaakt… Alles te hebben gezien.. Seeing Eyes.
Memet ligt direct aan de grens. Vann gaat op zoek naar mensen die hij kent. We bezoeken de dochter van één van de vrouwen die hem hebben gezoogd na het bombardement. In de hoofdstraat spreekt hij nog mensen aan: “Waar zijn de bommen gevallen?”. Antwoord: “Overal, beter vragen: waar niet?”
[:en] Assembling stories
Home again, but not quite ready to show my pictures yet. It feels as if the images could never do justice to the experience with Khun Ann. Her story, told to me by Vann and Khun Ann herself, haunts me. How on earth can I convey this story through my photographs? Not to mention all the material I still lack?
Eventually, with a heavy heart, I decide to take a look through my photos. In Lightroom – a program for photo editing – each image passes by, as I polish them up, set them straight, bring out their color. The easiest are those shot in the city of Phnom Penh, of Vann and his family.
Back to where it all began: Mr. Vann, a tuk-tuk driver in Phnom Penh. I make selections of Vann, Sophea, their son Chulesa at school – with Vann as the central subject.
I have prints made by Sander and spread them across the floor of my study. Straight away, a couple of stories appear before me. I collect up those pictures and make a second selection, which can’t be more than 10, followed by a third: no more than 5.
This presents me with a series of short stories that, taken together, form a whole: Vann the tuk-tuk driver, Vann the family man, Vann the businessman, Vann the tour guide. Still, I wonder: who is Vann?
In so many of the pictures, he isn’t really looking, withdrawn into himself, absent.
After getting a number of other people involved, I decide upon a second photo series in Cambodia. Photos of him in a context of Not Seeing, but Experiencing. Am I capable of making Ghost pictures? Vann in a bomb crater? Do I even dare to try?
Back to Cambodia, November 2018
In preparation for this trip, I start practicing how to make Ghost pictures – using long exposure to create see-through people. I delve deeper into what part was played by the USA, President Nixon in particular, and the bombing campaign Operation Menu that they conducted in the border region.
On a short tour of that area with Vann, what will I come across? I definitely plan to photograph Vann again, as well as the farmyard in Bosthlan Village. I imagine asking him to descend into a bomb crater. Do I dare ask that of him? Is this something he is willing to take on with me?
Once again, Vann and I set out on a journey in Cambodia. We travel to Kompong Cham, and from there on towards the Vietnamese border. I speak to Vann about it all. He seems to have become a bit more approachable since my last visit, and puts active thought into what we should see, who we should meet.
In Kompong Cham, we explore the island in the Mekong River. He wants to take me to the temple and show me how the farmers live here.
On the eve of the Water Festival, we pay a visit to the temple and the monks.
What happened where?
I would like to visit Memet, the small town on the Vietnamese border that was practically wiped off the map during an Operation Menu bombing. On the way there, Vann wants to show me a temple that doubled as a Killing Field in the times of the Khmer Rouge. A place where his father-in-law had once stood to be killed. He was able to escape.
He also wishes to take me to see the village where his wife Sophea is from.
The temple lies derelict. Some children are playing nearby, and I take pictures of them. After all, a picture of the temple itself is nothing but, well, a picture of a temple. Vann is curious, and as a woman is about to enter the building they strike up a conversation. I can’t understand them, of course, but their gestures and expressions tell me that it is a conversation worth having. I try to capture it.
A conversation about the Killing Fields. The woman is speaking about her own experience. About how she was able to escape, no less than three times. She’s still convinced someone must have been looking out for her.
Roughly 60 miles from the Vietnam border, we come to the village where Sophea, Vann’s wife, grew up. Vann introduces me to the three aunts, his mother-in-law’s younger sisters. I take portraits of the women. They are rather shy, but happily cooperate. They evoke a certain feeling in me: To have been through it all… To have seen it all… Seeing Eyes.
Memet is located right on the border. Vann seeks out some acquaintances of his. We visit the daughter of one of the women who had nursed him after the bombing raid. He questions people in the main street: “Where did the bombs land?” Their answer: “Everywhere. You might as well ask: where didn’t they?”
[:]