[:nl] Ry’s verhaal, 1
Na deze uitgebreide samenkomst met Thorn, is Vann stil. Hij rijdt me terug naar het hotel, we drinken samen nog een biertje. Er valt even niets te zeggen.
Als we elkaar ’s avonds treffen om de rest van onze reis in te vullen, vertelt hij dat Ry heeft gebeld. Zij wil ook praten. En zo reizen we opnieuw naar Bosthlan Village.
Ry is samen met Oun en Khun Ann en ze wachten op ons. Vann laat het concept boek zien. Ze bladeren er samen door en Ry begint te vertellen:
Zij was samen met de ouders Nget Both en Khun Ann met baby Vann en vijf jongste kinderen in de bananenplantage aan het werk en het spelen. Als ze vliegtuigen horen aankomen, gaan ze snel naar de ondergrondse schuilkelder. Daar blijven ze zitten tot ze niets meer horen.
De kinderen hollen naar de bananenplantage terug, de vader volgt en dan volgt ook Khun Ann met baby Vann. Als ze opnieuw vliegtuigen horen willen ze onder het dichte bladerdak van de bananenbomen schuilen. Samen met een andere familie. Nget Both vindt dat de schuilkelder veiliger is en zet iedereen aan om snel daar naartoe te hollen.
Khun Ann en Vann zijn binnen, Nget Both volgt samen met Ry en Cham Rean als de bommen vallen op het erf. Eentje vlak bij de ingang van de schuilkelder. Een vuurtong dringt naar binnen en Ry en Cham Rean lopen ernstige brandwonden op.
Buiten schreeuwen en huilen de vier jonge kinderen. Ze staan in brand, terwijl de bommen vallen. Als ze naar buiten kunnen zien ze dat twee kinderen, Rourng en Chhuck al aan hun verwondingen zijn overleden: De twee andere kinderen: Mom en Rim zijn ernstig verbrand. Als ze worden opgepakt wordt het vel zo van hun lijfjes geveegd.
Voor Ry een heftig beeld, dat nog steeds op haar netvlies gebrand staat.
Ry’s verhaal, 2
Met een beetje puzzelen komen we erop dat zij en Cham Rean allebei een tetanus vaccinatie hebben gehad. Tetanus is in tropische landen bij met name brandwonden levensgevaarlijk. Waarschijnlijk was het of te laat of een te lage dosis, maar Cham Rean overlijdt drie maanden later alsnog. Hij wordt in Siem Reap gecremeerd en de as wordt mee terug genomen naar het dorp.
Ry overleeft als enige met vreselijke herinneringen en de gevolgen van de tetanus infectie die regelmatig terugkeert.
Ze laat haar rechterarm zien vol littekens van de brandwonden. Ze vertelt er nog steeds erg veel last van te hebben en bijna elk jaar terug te moet naar de kliniek voor verdere behandeling.
Terwijl Ry vertelt, komen meer familieleden naar haar luisteren. De weduwnaar van Loon sluit aan, de dochter van Loon eveneens, de oudste dochter van Oun, de echtgenoot van Oun, een tante, een vriend uit het dorp.
Het is indrukwekkend wat er opnieuw gebeurt.
Nooit eerder hebben ze erover gesproken. En nu, met een eenvoudig fotoboek op school komt het ene verhaal na het andere.
Vann zit er zo in, dat hij amper nog vertaalt.
Chhonca Andung
Tegen het einde van de middag drinken we samen nog een biertje.We laten de familie op het erf achter en Vann en ik gaan op zoek naar de kleine kliniek Chhonca Andung, 8 kilometer verderop.
Thorn heeft uitgelegd waar de kliniek ongeveer zou moeten zijn. Vann rijdt er zelfverzekerd naartoe maar vindt de plek niet. Hij belt zijn broer die hem vertelt een oudere persoon te vinden, die weet het vast nog wel.
Met wat om vragen komt hij bij een wat oudere man uit die hem mee neemt naar de plek waar ooit de kliniek stond. Nu nog een karkas, maar of dat het karkas van de kliniek is? Daarop komt geen antwoord. Vann en de man raken in gesprek. En er voegen zich meer, jongere mensen bij hen.
Ze vertellen samen het verhaal van de bombardementen, van de vele keren dat er een vuurzee waarneembaar was en ja ook toen.
En ook hier geldt, er is nooit eerder over gesproken.
Vann en ik vervolgen onze weg en overnachten in Kompong Thom. De volgende dag door naar Siem Reap.
[:en]
Ry’s story, 1
Following this elaborate meeting with Thorn, Vann goes quiet. He drives me back to the hotel, where we decide to have a drink. For a moment, there isn’t much left to say.
When we meet up in the evening to make plans for the rest of our journey, he tells me that Ry has phoned. She, too, wants to talk. So off we go, back again to Bosthlan Village.
Ry is waiting for us with Oun and Khun Ann. Vann shows them the draft version of the book. As they browse through it, Ry begins her side of the story:
She had been on the banana plantation with her parents, Nget Both and Khun Ann, and with baby Vann the five youngest children, working and playing. When they hear planes overhead, they rush to the underground shelter. They remain there until the sound has disappeared completely.
The children race back to the plantation, followed by their father, with Khun Ann and baby Vann close behind. They hear planes once again, and look for cover under the thick canopy of banana trees, alongside another family. Nget Both decides that the bomb shelter is safer, and urges everyone to run there as quickly as they can.
Khun Ann and Vann are inside, followed closely by Nget Both along with Ry and Cham Rean, as their land is struck by bombs. One lands right next to the shelter’s entrance. A tongue of fire shoots down, causing Ry and Cham Rean to incur severe burns.
Outside, the sound of the four youngest children screaming and crying. They are on fire, as the bombs continue to drop. Once the others can get out of the shelter, they see that two of the children, Rourng and Chhuck, have already succumbed to their wounds. The other two children, Mom and Rim, are severely burnt.
Ry’s story, 2
We manage to work out that both Ry and Cham Rean received a tetanus vaccination. Tetanus is considered life-threatening in tropical countries, especially in the case of burns. Whether this came too late or perhaps the dosage was too low, Cham Rean doesn’t make it, dying three months later. He is cremated in Siem Reap, and his ashes are brought back to the village.
Ry is the lone survivor, left with horrific memories and with the recurring effects of the tetanus infection.
She shows us her right arm, which is covered in scarring from the burns. She explains that it still causes her a lot of pain, and that most years she has to return to the clinic for further treatment.
As Ry speaks, more and more family members come and listen. Loon’s widower joins us, as do her daughter, Oun’s eldest daughter and husband, an aunt, and a friend from the village.
It is powerful, seeing this happen again.
Never before did they speak about it. And now, with a simple photo book in their laps, the stories keep on coming. One after another.
Vann is so engrossed by it all, that he is barely translating anymore.
Chhonca Andung
Later that day, we all have a beer together. Leaving the family behind at the farm, Vann and I then head out in search of the small clinic in Chhonca Andung, some 5 miles down the road.
Thorn had explained roughly where the clinic was located. Vann drives there confidently, but is unable to find the right place. He calls his brother, who tells him to ask someone elderly, as they are bound to remember.
After asking around, Vann eventually finds an older gentleman who is able to show us where the clinic once stood. Now just a skeleton, but is this is the skeleton of the clinic? No answer. Vann strikes up a conversation with the man. Other, younger people start to gather round, and also have their say.
Together, they put together the story of the bombings, of all the countless times that a sea of fire had appeared, just as it had on that fateful day.
And yet again, it becomes clear that these things are never spoken about.
Vann and I continue on our way, and spend the night in Kompong Thom. The next day, we head on towards Siem Reap.
[:]